De Hoge Raad heeft de afgelopen drie maanden niet stilgezeten. In deze editie van de cassatienieuwsbrief wordt daarom met name aandacht besteed aan enkele recente en nieuwswaardige uitspraken van de Hoge Raad. Zo oordeelde de Hoge Raad onlangs dat een termijnoverschrijding verschoonbaar kan zijn wanneer deze wordt veroorzaakt door een internetstoring. Ook staan wij stil bij de beperkingen voor de omvang van processtukken in cassatie, die naar alle waarschijnlijkheid binnenkort in de vorm van een pilot zullen worden doorgevoerd. |
Philip Fruytier | advocaat en partner cassatie |
|
|
|
|
Nieuws rondom de Hoge Raad |
Pilot beheersing omvang processtukken in cassatie Met ingang van 1 april 2021 gelden bij de gerechtshoven beperkingen voor de omvang van processtukken. De Hoge Raad heeft deze beperkingen vorig jaar toegestaan. In navolging hierop wordt binnenkort een pilot gestart ter beheersing van de omvang van procestukken in cassatieprocedures. Over de inhoud van deze pilot heeft de Hoge Raad overleg gevoerd met de Vereniging van Civiele Cassatieadvocaten. De regeling is nog niet definitief, maar zal waarschijnlijk inhouden dat de procesinleiding en de schriftelijke toelichting in reguliere procedures tezamen maximaal 15.000 woorden inclusief voetnoten (circa 30 pagina’s) mogen beslaan. Wanneer in een concrete zaak noodzaak bestaat om dit woordenaantal te overschrijden, dient de betreffende partij dat toe te lichten. De pilot heeft echter het karakter van een gentleman’s agreement: tijdens de pilot zal het woordenaantal niet actief worden gehandhaafd en zijn geen gevolgen verbonden aan een overschrijding daarvan. Na twee jaar wordt de pilot geëvalueerd om tot een definitieve regeling te komen. |
|
|
Hoge Raad publiceert jaarverslag 2022 Ieder jaar publiceert de Hoge Raad een jaarverslag, waarin de belangrijkste cijfers en gebeurtenissen van het afgelopen jaar op een rij worden gezet. Op deze wijze legt de Hoge Raad publiekelijk verantwoording af over de verrichte werkzaamheden en de middelen die daarvoor zijn ingezet. Uit het jaarverslag over vorig jaar volgt dat het aantal bij de Hoge Raad aangebrachte civiele zaken in 2022 is afgenomen (van 401 zaken in 2021 naar 376 zaken in 2022), terwijl de doorlooptijd in 2022 is toegenomen (van 402 dagen in 2021 naar 422 dagen in 2022). Nadie Thorborg bespreekt de inhoud van het jaarverslag in haar blog. |
|
|
|
Cassatie in het belang der wet |
Openbaarheid van rechtspraak Recentelijk heeft de Hoge Raad zich – in een procedure tot cassatie in het belang der wet – uitgelaten over de vraag in hoeverre gegevens over lopende civiele procedures openbaar moeten worden gemaakt. Naar het oordeel van de Hoge Raad dient het gerecht in de regel van de aanhangige procedures, waarbij de partij waarop het verzoek ziet partij is, (i) opgave te doen en (ii) informatie te verschaffen die de derde in de gelegenheid stelt de openbare zitting bij te wonen, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Ook dient het gerecht – binnen de grenzen van artikel 29 Rv – een afschrift van gedane uitspraken te verstrekken. Volgens de Hoge Raad ligt het op de weg van de gerechten om hieromtrent een (landelijk uniforme) regeling te treffen. Marjolein van Rest schreef een blog over deze beslissing. |
|
|
|
Recente uitspraken |
Krimschatten moeten terug naar de Staat Oekraïne Moeten de Krimschatten die zich in Nederland bevinden terug naar de Staat Oekraïne of naar de Krimmusea? Deze vraag staat centraal in de langslepende procedure tussen de Krimmusea, de Staat Oekraïne en het Allard Pierson Museum. Op vrijdag 9 juni 2023 heeft de Hoge Raad arrest gewezen: de Krimschatten moeten terug naar de Staat Oekraïne. Jan-Paul Heering en Hugo Boom stonden de Staat Oekraïne bij. Lees hierover ook dit nieuwsbericht van de NOS. |
|
|
|
Verschoonbare termijnoverschrijding door internetstoring In een hoger beroep van InBev dient haar advocaat ruim twee uur ná het roltijdstip van 10.00 uur een memorie in. Hierin verklaart de advocaat dat hij de memorie door een internetstoring op zijn huisadres niet vóór 10.00 uur heeft kunnen indienen. Het hof toont zich genadeloos en bepaalt bij rolbeslissing dat het recht van InBev op het nemen van de memorie is komen te vervallen. InBev wordt vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof. Gelet op de toelichting van de advocaat in de tardief ingediende memorie, had het hof de advocaat eerst in de gelegenheid moeten stellen om de oorzaak van de internetstoring en de niet-toerekenbaarheid daarvan te onderbouwen. InBev werd in cassatie bijgestaan door Philip Fruytier. |
|
|
Schadeloosstelling na onteigening SNS Op 1 februari 2013 zijn SNS Reaal en SNS Bank genationaliseerd. Hierbij zijn houders van effecten en vermogensbestanddelen in SNS Reaal en SNS Bank door de Staat onteigend. Een aantal van hen is bij de Ondernemingskamer opgekomen tegen de schadeloosstelling van nihil die de minister van Financiën heeft aangeboden vanwege de onteigening. De Ondernemingskamer heeft de schadeloosstelling vervolgens vastgesteld op bijna EUR 805 miljoen (exclusief wettelijke rente en kosten). Naar het oordeel van de Ondernemingskamer moest voor de hoogte van de schadeloosstelling worden beoordeeld welk bedrag de onteigenden zouden hebben gekregen als SNS Reaal en SNS Bank niet zouden zijn genationaliseerd, maar failliet zouden zijn verklaard. Een groot aantal beleggers zou op basis van de voorwaarden van de achtergestelde leningen en obligaties uit de opbrengst van het faillissement zijn voldaan. De Hoge Raad heeft de uitspraak van de Ondernemingskamer in stand gelaten. Daarmee is een einde gekomen aan een schadeloosstellingsprocedure die sinds begin maart 2013 liep en waarin de Hoge Raad al eerder uitspraak had gedaan. William Schonewille procedeerde in feitelijke instanties voor een aantal beleggers in SNS Reaal en SNS Bank. Jan-Paul Heering stond hen in de cassatieprocedure bij. Lees hierover ook dit nieuwsbericht van de NOS. |
|
|
|
Bezorgers Deliveroo werkzaam op basis van arbeidsovereenkomst In deze spraakmakende procedure tussen Deliveroo en de FNV stond de vraag centraal of bezorgers van Deliveroo op basis van een overeenkomst van opdracht, dan wel op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn. Het hof oordeelde dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand. Of werkzaamheden worden verricht uit hoofde van een arbeidsovereenkomst, hangt volgens de Hoge Raad af van alle omstandigheden van het geval. De vrijheid van bezorgers om zich naar eigen keuze aan te melden, opdrachten te weigeren en zich te laten vervangen, sluit op zichzelf het bestaan van een arbeidsovereenkomst dan ook niet uit. De vraag of aanleiding bestaat voor nadere algemene regels of uitgangspunten om te bepalen of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst kwalificeert, heeft volgens de Hoge Raad de aandacht van de wetgever, zodat de Hoge Raad op dit moment geen aanleiding ziet voor rechtsontwikkeling. Deliveroo werd in cassatie bijgestaan door Frank Dekker. Lees hierover ook dit nieuwsbericht van het RTL Nieuws. |
|
|
|
Save the date: Correspondentendag op 16 november 2023 Op donderdag 16 november 2023 organiseert BarentsKrans de jaarlijkse Correspondentendag. Tijdens deze dag wordt u bijgepraat over de recente rechtspraak van de Hoge Raad op het gebied van onder meer het Burgerlijk Procesrecht, het Arbeidsrecht, het Contracten- en Aansprakelijkheidsrecht en het Huurrecht. Deelname aan de Correspondentendag levert twee PO-punten op. Noteer deze datum alvast in uw agenda. |
|
|
|
BarentsKrans cassatieblogs |
|
|
De Hoge Raad komt terug op Fafianie/KSN In het arrest Fafianie/KSN heeft de Hoge Raad een uitzondering aanvaard op het procesrechtelijke leerstuk van de devolutieve werking. Die uitzondering is in de literatuur kritisch ontvangen. In een arrest van 26 mei 2023 komt de Hoge Raad terug op die uitzondering. In deze blog staat Nadie Thorborg stil bij het arrest en de gevolgen voor de praktijk. |
|
|
|
|
|
|
Vernietiging van een tussenvonnis en afdoening door het hof Onder omstandigheden kan (direct) hoger beroep van een tussenvonnis worden ingesteld. Het slagen van een tegen een tussenvonnis ingesteld hoger beroep heeft veelal tot gevolg dat het tussenvonnis (gedeeltelijk) wordt vernietigd. In deze blog staat Joris Jas stil bij de mogelijke (processuele) gevolgen van de vernietiging van een tussenvonnis. |
|
|
|
|
|
|
Het verbod op reformatio in peius In hoger beroep geldt een verbod op reformatio in peius. Een en ander brengt mee dat een appellant – als gevolg van diens eigen hoger beroep – niet in een mindere positie mag komen te verkeren dan waarin deze zich door de bestreden uitspraak bevond. Het verbod op reformatio in peius geldt echter niet in alle gevallen. In deze blog gaat Geertje Standhardt nader in op het verbod op reformatio in peius en de grenzen daarvan. |
|
|
|
|
|
|
|
|