Het laatste nieuws rondom de Hoge Raad | Recente uitspraken en conclusies
|
In deze cassatienieuwsbrief:
- Drie nieuwe advocaten-generaal bij de Hoge Raad
- President Hoge Raad houdt jaarlijkse Kees Lunshoflezing
- (On)eerlijkheid van huurprijsverhogingsbedingen en de Richtlijn oneerlijke bedingen
- Schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:2 lid 1 BW geldt niet bij koop bouwkavel
- Aansprakelijkheid bij zorgvuldige voorbereiding en uitvoering (bouw)werkzaamheden
- Tijdens faillissement lopende rente wordt niet geraakt door gehomologeerd akkoord
- Advies A-G De Bock: mediationclausule in arbitraal beding is rechtens afdwingbaar
- Blog | Het verbod van terugwijzing
- Blog | Hoger beroep bij ontbinding arbeidsovereenkomst
|
|
|
|
|
In deze cassatienieuwsbrief besteden wij onder meer aandacht aan drie interessante uitspraken van de Hoge Raad en wijzen wij op belangwekkende prejudiciële vragen die de rechtbank Amsterdam recentelijk aan de Hoge Raad heeft gesteld over de huurprijsverhogingsbedingen. In de BarentsKrans cassatieblogs gaan wij in op de inhoud en reikwijdte van het verbod van terugwijzing voor de rechter in hoger beroep en de toetsing in hoger beroep in ontslagzaken.
Philip Fruytier | advocaat en partner cassatie
|
|
|
|
|
Nieuws rondom de Hoge Raad |
Drie nieuwe advocaten-generaal bij de Hoge Raad
Op 26 januari 2024 heeft de ministerraad unaniem ingestemd met de benoeming van drie nieuwe advocaten-generaal bij de Hoge Raad. Lieke Coenraad wordt per 1 juni 2024 benoemd als advocaat-generaal binnen de sectie civiel recht. Op dit moment is zij werkzaam als hoogleraar privaatrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en als senior rechter bij de rechtbank Rotterdam. Fatih Ibili, die vanaf 1 juli 2024 als advocaat-generaal werkzaam zal zijn binnen de sectie civiel recht, is als bijzonder hoogleraar personen- en familierecht en jeugdrecht verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en raadsheer bij het gerechtshof Den Haag. Ook de sectie belastingrecht wordt versterkt. Per 1 maart 2024 is Robert Jan Koopman benoemd als advocaat-generaal. Op die sectie was hij al sinds 1 september 2023 werkzaam als waarnemend advocaat-generaal.
President Hoge Raad houdt jaarlijkse Kees Lunshoflezing
Dineke de Groot, president van de Hoge Raad, gaf afgelopen december de Kees Lunshoflezing. In deze jaarlijkse lezing, die is opgedragen aan de in 2007 overleden Kees Lunshof (de voormalig voorzitter van Nieuwspoort), reflecteert een spreker op de rol van de media in de politiek. Daarmee draagt de lezing bij aan een open debatcultuur over de verhouding tussen politiek en journalistiek. Onder meer Frans Timmermans, Gerdi Verbeet en Thom de Graaf gingen De Groot voor. In haar lezing ging De Groot in op het belang van vrije nieuwsvergaring en onafhankelijke rechtspraak voor de democratische rechtsstaat. Zij sprak onder meer over de vraag in hoeverre rechters plaatsnemen op de stoel van politici, evenals over de wenselijkheid daarvan. Na afloop van de lezing vond een debat plaats onder leiding van Ron Fresen, waarbij naast De Groot ook Saskia Belleman (rechtbankverslaggeefster), Isabel Baneke (redacteur Trouw) en Martin Sommer (voormalig columnist Volkskrant) als panelleden aanschoven.
|
|
|
|
|
(On)eerlijkheid van huurprijsverhogingsbedingen en de Richtlijn oneerlijke bedingen
De rechtbank Amsterdam heeft de Hoge Raad onlangs een aantal belangwekkende prejudiciële vragen gesteld over de rechtsgeldigheid van in huurovereenkomsten opgenomen huurprijsverhogingsbedingen, evenals over de (eventuele) gevolgen van de vernietiging van dergelijke bedingen. Het huurprijsverhogingsbeding dat in de betreffende zaak aan de orde is, biedt de verhuurder de mogelijkheid om de huurprijs jaarlijks met maximaal 3% te verhogen bovenop de indexering volgens de consumentenprijsindex. De kantonrechter vraagt zich onder meer af of een huurprijsverhogingsbeding met deze strekking als oneerlijk kwalificeert in de zin van de Europese Richtlijn oneerlijke bedingen. Ook wenst de kantonrechter te vernemen of de vernietiging van een zodanig beding tot gevolg heeft dat de huurprijs tijdens de resterende looptijd van de huurovereenkomst niet meer kan worden verhoogd.
|
|
|
|
|
|
Recente uitspraken en conclusies |
Schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:2 lid 1 BW geldt niet bij koop bouwkavel
Naar aanleiding van een prejudiciële vraag van de rechtbank Overijssel heeft de Hoge Raad zich op 15 december 2023 uitgelaten over de reikwijdte van het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:2 lid 1 BW. Op grond van deze bepaling dient de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak door een consument schriftelijk te worden aangegaan. In de situatie die in de onderhavige zaak aan de orde is, gaat het echter om de koop van een bouwkavel door een consument. Op het lege perceel grond kan nog een woning worden gebouwd. Volgens de Hoge Raad is artikel 7:2 lid 1 BW dan niet van toepassing. Doorslaggevend is of partijen zijn overeengekomen dat de professionele verkoper aan de consument-koper een woning levert. Daarvan is geen sprake als een bouwkavel wordt geleverd, ook niet als de bouw van een woning op dat perceel grond mogelijk is of door de koper wordt gewenst. Een zodanige koopovereenkomst kan dus mondeling worden aangegaan.
|
|
|
|
Aansprakelijkheid bij zorgvuldige voorbereiding en uitvoering (bouw)werkzaamheden
Op 12 januari 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld in een zaak waarin schade aan een naburig pand was ontstaan door de plaatsing van een afzinkkelder. Zowel de voorbereiding als de uitvoering van de betreffende (bouw)werkzaamheden was zorgvuldig geweest. Om die reden oordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat de eigenaar van het naburige pand geen aanspraak kon maken op schadevergoeding. Dat oordeel kan volgens de Hoge Raad niet in stand blijven. Ook wanneer bij de voorbereiding en uitvoering van (bouw)werkzaamheden voldoende maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van schade aan zaken van derden en de werkzaamheden op zorgvuldige wijze zijn uitgevoerd, kan aansprakelijkheid bestaan voor de schade die derden door de (bouw)werkzaamheden hebben geleden. Dit hangt samen met het aanmerkelijke risico dat met de (bouw)werkzaamheden gepaard ging en de omstandigheid dat de betreffende derde geen voordeel van de (bouw)werkzaamheden ondervond.
|
|
|
Tijdens faillissement lopende rente wordt niet geraakt door gehomologeerd akkoord
In een prejudiciële beslissing van 9 februari 2024 is de Hoge Raad ingegaan op de vraag of rente die tijdens een faillissement loopt moet worden begrepen onder een gehomologeerd akkoord. Concurrente schuldeisers zijn gebonden aan de inhoud van een gehomologeerd akkoord. Daarin staat vermeld welk gedeelte van hun vordering zij betaald zullen krijgen. Hiermee wordt beoogd ondernemingen met een schuldenlast te helpen reorganiseren zonder dat zij failliet gaan. Dat doel kan echter niet altijd worden bereikt als ná de homologatie van het akkoord alsnog hoge rentevorderingen geldend zouden kunnen worden gemaakt. Desalniettemin oordeelt de Hoge Raad dat tijdens het faillissement lopende rente niet door een gehomologeerd akkoord wordt geraakt. Een zodanige rentevordering kan namelijk doorgaans niet in het faillissement worden ingediend. Uit het wettelijk systeem volgt dat zodanige vorderingen dan niet onder een akkoord kunnen vallen. Het is niet aan de rechter, maar aan de wetgever om al dan niet een andere regeling te treffen.
|
|
|
|
Advies A-G De Bock: mediationclausule in arbitraal beding is rechtens afdwingbaar
Op 26 januari 2024 heeft A-G De Bock een conclusie genomen met betrekking tot de vraag of een mediationclausule in een arbitraal beding rechtens afdwingbaar is. Zij concludeert dat dit het geval is. Volgens de A-G moet een mediationclausule worden gezien als een opschortende voorwaarde voor de bevoegdheid van de arbiter. De arbiter moet de zaak om die reden aanhouden totdat partijen de mediationclausule zijn nagekomen en hebben geprobeerd om het geschil via mediation op te lossen. Niet-ontvankelijkheid van een partij of onbevoegdheid van de arbiter zou te zware consequenties hebben, ook omdat mediation (nog) niet wettelijk is geregeld. Dit alles geldt volgens de A-G niet alleen in arbitrageprocedures, maar ook in rechterlijke procedures. Het juridisch bindende karakter van mediationclausules is naar het oordeel van de A-G in lijn met de stand van het Europese recht en buitenlandse rechtspraak en onderstreept volgens de A-G ook het sterk toegenomen belang dat in de rechtspraktijk aan mediation wordt toegekend. De Hoge Raad zal naar verwachting op 28 juni 2024 uitspraak doen.
|
|
|
|
|
BarentsKrans cassatieblogs |
De pagina Cassatienieuws op de website van BarentsKrans biedt een overzicht van de nieuwste blogs en de best gelezen artikelen. Zo worden naast recente uitspraken in de rubriek ‘Ken uw klassiekers’ oude arresten van de Hoge Raad besproken die tot op de dag van vandaag relevant zijn voor de praktijk. Kent u bijvoorbeeld het Pekingeenden-arrest uit 1968?
|
|
|
|
|
|
Het verbod van terugwijzing |
Wanneer de rechter in hoger beroep een in eerste aanleg gewezen eindvonnis vernietigt, mag hij de zaak niet terugwijzen naar de rechter in eerste aanleg. Dit wordt het verbod van terugwijzing of het terugwijsverbod genoemd. Dat verbod is niet zonder uitzonderingen. Zo heeft de Hoge Raad aangenomen dat terugwijzing wél mogelijk is als de rechter in eerste aanleg zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard. Anders zouden partijen maar in één feitelijke instantie inhoudelijk over de zaak kunnen procederen. Hoewel die situatie zich ook voordoet als de rechter in eerste aanleg een partij ten onrechte niet-ontvankelijk verklaart, geldt het verbod van terugwijzing daar wél. Dat ligt niet direct voor de hand. In deze blog gaat Joris Jas uitgebreid in op deze problematiek.
|
|
Hoger beroep bij ontbinding arbeidsovereenkomst |
In het civiele procesrecht strekt het hoger beroep, binnen de grenzen van de rechtsstrijd, tot een volledig nieuwe behandeling en beslissing van de zaak. Voor hoger beroep in ontslagzaken heeft de Wet werk en zekerheid echter enkele bijzondere, afwijkende regels geïntroduceerd. Zo mag de appelrechter in een ontslagzaak de uitspraak in eerste aanleg niet vernietigen als hij tot een ander oordeel komt dan de kantonrechter. In deze blog gaat Frank Dekker in op de toetsing in hoger beroep in een procedure waarin om ontbinding van een arbeidsovereenkomst wordt verzocht. Wanneer geldt ex tunc-toetsing en wanneer is ex nunc-toetsing van toepassing?
|
|
|
|
|
|
BarentsKrans
Lange Voorhout 3 | 2514 EA Den Haag +31 70 376 06 06 communicatie@barentskrans.nl www.barentskrans.nl
|
|
|
|
|
|