Op 16 april heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een IT-dienstverlener genaamd Betabit en Transavia. 

Het geschil is ontstaan na gesprekken die Transavia voerde met medewerkers van Betabit over het rechtstreeks in dienst treden bij Transavia. Betabit besloot daarop om de medewerkers terug te trekken en geen werkzaamheden meer voor Transavia te laten uitvoeren. Transavia weigerde het aanbod van Betabit om vervangend personeel te leveren en zegde de inleenovereenkomst op. Eén van de medewerkers trad per 1 oktober 2024 in dienst bij Transavia.

Betabit heeft verschillende vorderingen ingediend tegen Transavia, waaronder schadevergoeding voor beëindigde inleenopdrachten, een boete voor schending van het overnameverbod en een boete voor schending van het geheimhoudingsbeding. De rechtbank oordeelt dat Betabit zelf de inleenopdrachten heeft beëindigd door haar medewerkers terug te trekken en dat Transavia daarom geen schadevergoeding verschuldigd is. Daarnaast werd het overnameverbod in de inleenovereenkomst nietig verklaard wegens strijd met artikel 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). 

Volgens de Waadi mag een ICT-dienstverlener geen belemmeringen opleggen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling. Dit betekent dat contractuele verbodsbepalingen of boetes nietig zijn als ze in strijd zijn met deze regel. ICT-dienstverleners worden al snel aangemerkt als ‘uitzendbureau’ en hun medewerkers als ‘uitzendkracht’ in de zin van de Uitzendrichtlijn, vooral omdat veel ICT-dienstverleners arbeidskrachten uitlenen als bedrijfsactiviteit en vaak geregistreerd staan als ‘uitleenbureau’. In deze zaak ziet Betabit dan ook dat haar werknemers overgenomen worden door Transavia, ondanks een contractueel verbod daartoe.

Deze uitspraak benadrukt het belang van het maken van duidelijke afspraken, bijvoorbeeld over een redelijke vergoeding die de opdrachtgever dient te betalen bij de overname van personeel van de ICT-dienstverlener. Alhoewel ICT-dienstverleners kunnen proberen te voorkomen dat werknemers onder ‘leiding en toezicht’ van de opdrachtgever komen te werken, kan dit in de praktijk lastig zijn in het licht van de Waadi.